DE CHAOS VAN EEN DOORSNEE WEEK

MAANDAG
Jona is als eerste op. Hij loopt dan naar de koelkast. Dat mag niet. Maar zijn dorst is groter dan zijn gehoorzaamheid. Agnes bedacht een list. Een slokje appelazijn in het pak. Hij pakt het pak, schut even, kijkt naar Isaac en zegt; "Isaac, hier zit nog sokkie mehk in" - Dan zet hij het pak aan z`n mond en kijkt vies en zegt er achteraan; "bah, mehk is niet lekker meer"

DINSDAG
De woonkamer stroomt vol met gapende mensen. Ik roep naar Isaac. "potje koffie, acht kopjes"  Hij weet dan dat je vier schepjes in de filter doet. Dat doet hij keurig. Dan voor acht aan kopjes water. Apparaat aan. Even later schenkt hij koffie in. Niet te zuipen. Wat een bocht! Hoe dat zo? Papa loopt met hem mee naar `t apparaat. We maken een reconstructie. Alles goed behalve één ding. De koffiefilter met oude koffie van gisteren zat er nog in.

WOENSDAG
Ik roep naar Isaac. "potje koffie, acht kopjes"  Hij weet dan dat je vier schepjes in de filter doet én dat je een nieuwe filter gebruikt. Dat doet hij keurig. Dan voor acht kopjes aan water. Apparaat aan. Even later schenkt hij koffie in. Niet te drinken. Vreselijk slap. Papa loopt met hem mee naar `t apparaat. We maken een reconstructie. Alles goed behalve één ding. Geen vouw in de papieren filter gemaakt, filter platgeslagen, water er langs gelopen.  Hopelijk morgen beter. Christoph kruipt naar de deur, duwt deze open en kruipt door naar de gang. We tillen `m op, brengen `m terug, maar bij elk kind dat de deur opent, vlucht hij weer weg op armen en tenen en wij weer achteraan!

DONDERDAG
Agnes zet koffie. "het kost ons teveel koffie zo". De kinderen krijgen vier uur les en mogen dan naar buiten. Jona krijgt een skipak aan met een zelfgebreide muts op zijn kop en gele wanten om zijn mollige handjes. Hij loopt als een wandelende cocon naar de 'tampoline.'  We horen de stof van het pak langs elkaar wrijven. Even later springt hij met vijf graden op de trampoline in z`n luier. Het skipak, muts en wanten liggen op de grond. Gauw weer aan, veel te fris! `s middags is de muts kwijt. Nergens te vinden. Omdat het gaat sneeuwen, speuren we het hele terrein af. Nergens. We vragen aan Jona waar de muts is; "weg" zegt hij.

VRIJDAG
Maartje krijgt schrijfles. Ze moet haar naam schrijven. Dat lukt. Dan moet ze alle letters opschrijven die ze kent. Ze schrijft een m, vier a`s, zeven keer een r, een t, een j en een e.  Ik vraag haar of ze nóg een lekker kent. Ze denkt even na en schrijft dan een 5 op. De buurvrouw komt aangelopen. Ze heeft bewijsstuk A in haar hand. Het was in de bosjes geworpen.  Motief bekend.  De muts. Wij kijken naar de dader. Hij lacht verlegen. Wij blijken slechte rechters. Wie kan zo kwaad blijven?

ZATERDAG
Aaron maakt ons wakker en zegt dat er een briefje op ons kussen ligt. We hebben niets gemerkt. Ik begin te lezen en raak ontroerd. Hij heeft een tekening voor me gemaakt en heeft daarnaast een gedicht geschreven, speciaal aan mij gericht. Ik ben een lieve vader. Dat is het thema. Dan begint Agnes aan haar briefje. Op de komma en de punt totaal identiek aan mijn briefje. Alleen stond er dan mama waar er bij mij papa stond natuurlijk.
Isaac zet heerlijke koffie. Driemaal is scheepsrecht.  Agnes brengt de kinderen naar bed. Ze leest Gerdientje voor. Het is muisstil. Om 20.00u. eindelijk tijd voor het tweede kopje koffie. Deze stilte voelt als een overwinning. Vijf kleintjes slapen. Eindelijk.

ZONDAG
We beginnen de dag met voorlezen. David en Goliath. Daarna bespreken we allerlei gezegdes. De koe bij de horens vatten, beter één duif in de hand dan tien in de lucht, hoge bomen vangen veel wind. Ik vraag aan Aaron; "weet jij wat die laatste betekent?" "ja" zegt hij. "aan hoge bomen plakken veel bladeren en daar waait de wind tegenaan" - "zou het over bomen gaan?" vraag ik. "nee, over mensen" - "klopt en wat zijn dat dan voor mensen?" Even stil. "hele lange mensen".