KNAKWORSTEN

We parkeren op een gratis camperplaats met uitzicht op de weilanden. Voor ons staat een man alleen in een hele kleine oude camper, achter ons staat een luxe camper met Duits kenteken. We zetten de stoelen buiten en nemen een kop koffie.

Er zijn vier vakken van tien meter, maar op het bord staat dat er maar drie campers mogen staan. Wij staan legaal, da`s prettig. Als ik de recensies lees van deze camperplaats zegt iedereen; "mooie plaats, maar flauw van die vierde plaats."

`s middags komt er een bestelbus aanrijden. Er komt een vrouw uit. Ze loopt over het terrein en leest de borden. Dan loopt ze op ons af. "Kan ik hier ergens drinkwater krijgen of m`n toiletcassette legen?"  "Nee, helaas" antwoorden wij.

Isaac en Aaron zijn druk aan het fietsen. Ze hebben een parcours bedacht waarbij ze vanaf de weg, langs de campers, over een voetgangers- bruggetje fietsen. Ze groeten de dame. Zij groet terug. Even later loopt ze weg. Ze gaat boodschappen doen.

Maartje fietst nu ook mee op haar kleine fietsje. Jona zeurt dat hij ook wil fietsen. Drie jaar oud en heeft nog nooit gefietst. Dat wordt niks, denken wij. Hij roept: "Maartje, nu mag ik!" Maar Maartje fietst hem steeds voorbij, waardoor hij haar steeds luider na roept.

Agnes is het zat en zet Jona op de fiets, ze houdt het stuur vast en denkt Jona even te laten proeven. Jona roept; "ik kan het zelf!" En na een tijdje denkt Agnes, probeer het dan ook maar zelf. Ze laat hem los en wat schets onze verbazing, hij fietst gewoon door!

Jona heeft tien rondjes gefietst als hij de fiets schuin houdt en af stapt, terwijl de fiets op de zijkant klettert. Maartje neemt het over. Ze fietst weer druk achter Isaac aan. De mevrouw loopt terug het terrein op en duikt in haar bestelbusje.

Ik zet opnieuw koffie als ik door het keukenraam onze buurman naar Jona zie lopen. "hoe oud ben jij?' vraagt hij. Jona zegt "zes" en Maartje zegt "drie." - "Ben jij drie jaar en kun jij al fietsen? Da`s knap zeg!" Ik loop de camper uit. "Is hij drie jaar en kan hij al los fietsen?"  "Ja, sinds vandaag." zeg ik.

De vrouw komt even later op ons afgelopen. Ik zeg tegen Agnes; "biedt haar maar een kop koffie aan." terwijl ik koffie zet, spreekt Agnes met haar. Een BOA had haar zojuist weggestuurd. Ze stond op de vierde plek en dat mag niet. Plaats zat, maar `t mag niet. Niemand tot last, maar `t mag niet.

Ze had knakworsten over en gaf elk kind een knakworst. Ze hoefde geen koffie, want ze wilde meteen weg en vreesde een boete. "Ik had eindelijk een plekje gevonden en nu moet ik weg." We zwaaiden allemaal toen ze wegreed. 

Maartje en Aaron fietsen weer een rondje en Isaac en Maartje liepen er achteraan. "Nu is het mijn beurt." roept Jona. Wij observeren ze, glimlachend. Ik moet denken aan die dame, naarstig zoekend naar een plekje, als Isaac ineens voor m`n neus staat en zegt
"Heerlijk, zo`n knakworst."

Reacties

Populaire posts van deze blog

STRIJD

DE CHAOS VAN EEN DOORSNEE WEEK