VISSEN II

Na mijn eerste visavontuur was ik vastbesloten om mij verder te bekwamen in het vissen.  En wat heb ik een hoop geleerd!

Les 1 : Je hebt vissers en vissers. Duizenden vissers voelen zich geroepen om filmpjes op te nemen waarin ze je in 3, 5 of 10 stappen leren zo snel, zo veel mogelijk vis te vangen.  Maar wat blijkt, veel van hen worden gesponsord met gratis materiaal en natuurlijk is dát gratis materiaal hét beste wat er is.
Dan zijn er een hoop filmpjes waarin wordt geknipt. Je ziet de visser stoer op een steiger staan, 1-2-3 en.. beet! De hengel kromt zich naar beneden. (Zou er onder water een vriend aan de lijn trekken?) Hij haalt een enorme vis binnen. Snel een focus op de handen. Ja, een baars van 50cm! Snel een foto en dan teruggooien (dát vind ik zó zonde) en weer opnieuw uitgooien. Daarna wéér een baars! (is dat dezelfde?) en wéér één! Tussen de regels door probeer ik wat te leren. Na dertig filmpjes heb ik er m`n buik van vol. Niet dankzij, maar ondanks, heb ik wat informatie bijeen gevist.

Les 2 : Net als gokkers ontwikkel je een psychologie die helemaal nergens op is gebaseerd. Een gokker denkt; 'ach, ik heb al vijf keer zwart, ik zet nu in op rood, want na vijf keer zwart, zal het lot wel eens voor rood kiezen'  Dat is natuurlijk onzin. Bij elke keer spelen, heb je nét zoveel kans op rood als op zwart. Ook de visser denkt dat als hij een vis vangt, dat de overige vissen naar elkaar fluisteren; 'daar, bij die gele boot en die lange, gekke man, daar moet je wegblijven! Hij heeft Harry al gevangen.' Dat is natuurlijk onzin. Vissen zijn dom en hongerig en daardoor nóg dommer. Ze happen in iets wat voor hun bek komt.  Dat 'iets' heeft een haakje en doorboort hun wang van kraakbeen en opeens kunnen ze niet meer wegzwemmen, maar worden ze naar een gele boot getrokken. Spartelen heeft geen zin. De vis verliest, hoe lang of dom de visser ook is. Ook denk je dat als je op één plek niets vangt, dat je op een andere plek meer kans hebt iets te zullen vangen. Ook dat is kul.  De juiste berekening van vangst is (aanwezigheid vis) AV x (goed aas) GA x (externe omstandigheden) EX = B! (beet!) AVxGAxEX = B!

Les 3 : Wat je zeker niet moet doen is menselijke eigenschappen of emoties op de vis projecteren. Een vis is zwemmend voedsel. Een vis eet, slaapt, zwemt, jaagt, vlucht en groeit. Totdat hij groot genoeg is om opgegeten te worden. Een vis heeft geen verdriet of pijn. Als ik `m gevangen heb en `m neerleg op de bodem van de boot, dan berust hij in het feit dat hij gegeten gaat worden. Hij geeft me een knipoog en als ik zijn lippen lees, zegt hij; 'blob blob' d.w.z. 'eet smakelijk' - De grootste eer die ik de vis kan bewijzen is door `m te vangen en te eten.  Het bewijs zit `m in de smaak van vers gebakken vis.

Les 4 : Rustig blijven. Als je je aas uitgooit in het water en de kringen verdwijnen langzaam van het oppervlak. Dan is daar een immense rust. Opeens wordt die rust eensklaps verstoord door een ruk aan je hengel en een gespetter in het water.  Je pakt de hengel goed vast en draait de oogst naar binnen. De vis zwemt links, rechts en draait in het water. Laat je niet gek maken door dat toneelspel. Pak rustig je netje en laat de vis zich door het spartelen uitputten. Dat immense gevoel wanneer er een knoeperd in je netje ligt en hij 1,2,3 onschadelijk wordt gemaakt en de rust weer is hersteld. Dat is een kick. Een micro overwinning.

Les 5 : Aas. Helaas is het noodzakelijk om wat spullen aan te schaffen. Een goede hengel, een doosje met verschillende nepvisjes, blinkertjes, kikkertjes.. Allerlei lekkere dingen om de vis mee te verleiden. Zoals ik zei dienen we geen menselijke emoties op de vis te projecteren, maar de vissen zijn in dit opzicht nét zo vraat- en hebzuchtig als de mens. Wanneer ze in het water iets zien glimmen, jagen ze het na om het te verorberen. Vissen delen niet met elkaar. Die holle, kraakbeen-bek gaat open en het aas verdwijnt in de maag. Althans, niet het aas wat aan mijn hengel vast zit.  De vis wordt door blinde vraatzucht gevangen en zijn straf wordt zijn beloning. Gehuld in een krokante huid, haal ik hem een uur later uit de hete olijfolie. Hij wordt besprenkeld met provinciaalse kruiden, peper en zout en verdwijnt in míjn maag. Elke vis is potentieel lekkerbekkie.

Les 6 : Zo heb ik de afgelopen maand tientallen vissen gevangen. Er is progressie. Ze worden steeds groter en haast dagelijks vang ik wat. Je zou kunnen denken; blijft er nog wel wat vis over? Ook dat is kul. Als ik `s avonds met m`n bootje vaar, zonder spoor van wind en rimpels in het water, dan springen de vissen om mij heen. De kleintjes vangen muggen uit de lucht, ze springen centimeters boven het wateroppervlak en de roofvissen vangen de kleine visjes met mug en al uit het water. Overal om mij heen zie ik dit gebeuren. En soms, als ik nog maar enkele minuten vis, is het al raak. Dit bewijst, ondanks mijn trek, dat er meer vis is dan ik kan behappen.

Les 7 : Het is zeer bijbels vis te eten. Vis is een geschenk van God. Het is zowat het lekkerste wat er is, makkelijk schoon te maken, boordevol goede voedingsstoffen, gratis én.. heel belangrijk; de Heere at zélf vis!  - De Heere Jezus maakt van ons vissers. Niet alleen van vis, maar van mensen. Niet om ze op te eten, of ze pijn te doen. Niet met haakje of met kunstaas, maar met brood des levens. Om ze te verlossen uit het water waar ze in zwemmen. Uit die krappe vijver, in de eeuwige zee. Geen enkele keer als ik met mijn hengel en net naar het water loop, vergeet ik daar aan te denken.