ZOMAAR AANGELEERD

 `s ochtends schrijft Aaron uit zichzelf een lijstje. Er staat dingen op die mama nog zou moeten kopen. Dingen bij de Loppis, of bij de supermarkt. Als Agnes de kamer binnenkomt, zeg ik; "kijk eens naar wat hij onderaan heeft geschreven." Ze leest en schiet in de lach. Er staat "meriño wol" - Een kind van zeven zou dit schrijven als 'merienjo' of 'marinjo' - niet 'meriño'. Ze vraagt aan Aaron: "waarom heb je het zó geschreven?" "nou gewoon" zegt hij. "de N met een streepje is NJ in het spaans"

Een uur later kijk ik langs de zonwering naar buiten en zie Maartje fietsen! Het duurt even totdat het tot me doordringt dat zij A. geen fiets heeft en B. nooit heeft leren fietsen.  We zijn er door onze reis niet aan toe gekomen en vorig jaar durfde ze het nog niet. Ze heeft een step. Maar nu ze haar vriendinnetje hier zag fietsen, pakte ze een reserve fiets, sprong er op en begon te fietsen. Geen zijwieltjes. Geen ernstig stimulerende vader die naast haar rent. Gewoon meteen goed.

Voor Isaac heb ik een computerspel geïnstalleerd waarbij hij de muis en toetsenbord kan leren gebruiken. Het is een spel waarbij je een pretpark moet bouwen. Een keer per week mag hij het spelen. - Opeens hoor ik `s ochtends de muziek van het spelletje. Isaac was nog boven. "wie doet dat?"
vraag ik verontwaardigt. Maartje geeft antwoord: "Jona"  - 'ja hoor..' denk ik hardop. '...geef Jona maar de schuld' - Ik loop naar de computer en zie inderdaad dat Jona de computer heeft aangezet en het pictogram van het spel heeft aangeklikt! (dubbelklik) - Ik sta even met mijn ogen te knipperen. Bijna drie jaar. Nooit geleerd.

Natuurlijk speelt het mee dat er vijf kinderen samen spelen en dat ze van elkaar leren. Kinderen zien dingen en merken op. Ze komen ergens schijnbaar onopgemerkt bij staan, kijken mee en wat hun ogen zien, doen hun kleine handjes even later na.

Sommige ouders zeggen dat je kinderen eigenlijk niets hoeft te leren omdat ze zelf al zoveel leren. Je zou ze eigenlijk niet moeten willen sturen, ze kiezen zelf wel iets om te leren. Dat is natuurlijk te makkelijk. Als ouders c.q. leraren moet je wel degelijk de toon zetten en de koers bepalen. Je bent leidinggevende en ook dat is iets wat kinderen moeten leren. Maar soms zijn er situaties waarbij er zo`n enorme vaart in het leren is, dat jij als ouder de kar niet hoeft te duwen, laat staan te trekken. Hij rijdt!

Zoals dat kleine mollige kinderhandje dat zich eens vulde met één van je vingers,  daarna je hand greep en het ten slotte alweer los liet om zelf te doen, zo zullen wij op den duur niet alleen aanleren, maar ook zelf leren. Dat is zowat het mooiste- en het meest tragische van het ouderschap. Dat je met dezelfde vaart en kracht waarmee je vast moet houden óók straks moet loslaten. Nou ja, loslaten is een groot woord.  In de praktijk is het zo dat je je armen wijdt genoeg doet, dat ze er uit- en er in kunnen.

Wat er in zit moet er uit komen. Het kinderbrein is een bron van kennis, aangeleerd door ons, door andere kinderen, door het samenbrengen van eerder aangeleerde kennis dat wordt gevormd door het brein om in een andere situatie te passen én dan zijn er nog dingen die ingeschapen en geopenbaard zijn door de Heere. Wie zal de oorsprong van een idee achterhalen? Een idee om op een fietsje te stappen en.. te fietsen! Wie zal het zeggen.

Wij als ouders zien een meisje met rode wangen op een roze fiets voorbij komen. Apetrots!   en zij ook!




Reacties

Populaire posts van deze blog

STRIJD

DE CHAOS VAN EEN DOORSNEE WEEK

ILLUSTRATIES BIJ DE BIJBEL