TELEFOONTJE UIT HET BUITENLAND I
In 2008 ben ik begonnen te schrijven met een gevangene in Amerika. We schreven regelmatig. Hij stuurde altijd grote dikke enveloppen en zijn handschrift was moeilijk te lezen. Maar toch kwam de correspondentie op gang en leerden we elkaar kennen. Ik vroeg niet naar zijn misdaad. Voor mij was dat afgedaan. Hij zou nooit meer vrij komen en zat daar, 23 uur per dag in een cel van 2 bij 3. Het leek mij heel bijzonder; het idee dat mijn brief 9000KM zou afleggen en door de tralies werd gestoken en werd gelezen. De eerste keer dat ik een brief kreeg, hield ik even in mijn handen. Ik zag twee scheef geplakte postzegels in de rechterbovenhoek, een stempel van Los Angeles en mijn naam en adres. Linksboven zijn naam en adres en dat akelige woord 'deathrow'. We schreven tot eind 2021 en toen vertrokken we in de camper. We lieten hem dat weten en ik dacht hem onderweg e-mails te sturen. Die werden destijds door de gevangenis geprint en aan hem gegeven. Maar, helaas verdween die mogelijkhe...