EEN KRUIWAGEN VOL

Papa houdt het hek open. Jona komt nét mijn zijn kop boven de kruiwagen uit als hij deze uit het hok haalt en op z`n schouders naar het paardenverblijf duwt. Hij heeft Isaac`s jas aan. De mouwen zijn twee duimlengtes te lang voor zijn kleine spek armpjes. Het eind van de mouwen is dubbelgevouwen onder de handgrepen van de kruiwagen. Over zijn hoofd een capuchon. Onder de jas een knie en daaronder een laars. Vier vijfde jas en één vijfde Jona.

Hij krijgt de kruiwagen niet omhoog. Stopt. Trekt hem terug en blaast lucht onder zijn wangen die al rood zijn. Dan rent hij vooruit. Nu lukt het! Hij kijkt met brede glimlach naar zijn vader die met een brede glimlach antwoordt.
Het hek gaat dicht. Jona pakt een schep en een kinderhark en rent naar de stapel paarden keutels.

Dit paard produceert een halve kruiwagen aan stront per dag. De hele dag wrijven de onderste en de bovenste kiezen in cirkelvormige bewegingen over elkaar en malen, terwijl de paardenlippen nieuw droog hooi aanvoeren. Na de kiezen verdwijnt het, tot moes gekauwde gras in een lijf dat als een door Diesel aangedreven machine keutels produceert die her en der, in hoopjes op het terrein uit gescheten worden én die wij mogen opruimen.

Helaas is het niet zo dat wij de kruiwagen onder zijn kont houden en aan zijn staart trekken en dat dan de drollenregen netjes in de kruiwagen belandt óf, nog beter; dat we het achterste van het paard op de compostberg richten en het paard, met scherp, zijn 'kogels' op de baal schiet. Wij mogen, als kroon op de schepping, achter het paard aan de keutels van de grond vegen, terwijl meneer dineert.

Jona vindt het niet erg. Hij schept acht keutels op zijn schep. Er vallen er vier naast de kruiwagen, ze rollen her en der tussen het modderige stro. Na een tijdje heeft hij de kruiwagen vol. Het is voor hem een spel. Het paard observeert hem laatdunkend, als door een onstilbare honger gedreven, blijft hij vreten. Hij slaat met zijn staart van links naar rechts als een oude Duitse koekoeksklok.

Wij zorgen nu enkele weken voor deze paarden en waren even vergeten dat je óók nog op paarden kunt rijden.  Naast het feit dat je een uur per dag bezig bent met hooi scheppen, water verversen, borstelen en uitmesten, schijn je dus blijkbaar óók iets te hebben aan deze, omhooggevallen honden, die de hele dag ergens schijten. Onze hond zit als we "zit" zeggen en hij kwispelt als wij hem aaien. Dit paard loopt van ons weg als we toenadering zoeken. Als hij klaar is met vreten. Met nadruk op 'als', loopt hij naar de andere kant van het terrein en zien we alleen een kont met staart.
Wij hebben zijn voer gebracht en drollen verwijderd. Nu heeft hij ons niets meer te zeggen.

Jona probeert de kruiwagen te duwen. Het lukt niet meer. Het is te zwaar.
Dan roept hij : "papa, kuiwagen duwen luk niet." Ik duw de kruiwagen naar de mesthoop en schep de mest op de berg. Dan zet ik de kruiwagen weg en steek de hark in de grond. Ik draai me om en zie een grote groene jas, met een jongetje er in op de mestbaal springen. Dan kijk ik naar `t paard in de verte die naar Jona kijkt. Ik zie zijn mondhoeken iets trekken, het is alsof hij lacht óf hij heeft nét een hap hooi genomen. Dan kijkt het paard naar mij en voelt zich betrapt. Snel draait hij zijn hoofd minachtend weg en terwijl hij in de verte staart, lijkt er iets van achter zijn staart langs naar beneden te vallen. Nu draaien wij ons snel om. Dát is voor morgen.


Reacties

Populaire posts van deze blog

STRIJD

DE CHAOS VAN EEN DOORSNEE WEEK

KNAKWORSTEN